Het gebruik van de Lecher-antenne valt historisch gezien onder de radiësthesie: het vermogen van de mens om stralen waar te nemen.
Lees hier meer over de geschiedenis van de radiësthesie en de Lecher-antenne.
De Lecher Antenne is een meetinstrument waarmee onder andere de vitaliteit van weefsels en organen kan worden gemeten. Hiermee kan exact de mate van gezondheid of pathologie van een orgaan of weefsel bepaald worden.
Ziekte is een verstoring van informatie. Als deze verstoring lang genoeg duurt, zal dit fysieke, zichtbare klachten geven. Deze informatieverstoringen zijn te meten met de Lecher-antenne.
Kwantuminformatie
Zoals de kwantum fysici zeggen: “niet materie, maar kwantuminformatie is de bouwsteen van alles”.
Alles draait om golfbewegingen, trillingen en frequenties. Hierin zit kwantuminformatie opgeslagen, dat is de informatie.
In het begin van de 20e eeuw waren zowel Nikola Tesla als Albert Einstein zich hier al van bewust. “Alle materie is energie; de frequentie van materie is zodanig vertraagd, dat we de verdichte energie als materie kunnen waarnemen met onze zintuigen”, aldus Einstein.
Ruim een eeuw verder lijkt de tijd rijp om op basis van recente (her)ontdekkingen in de kwantumfysica een paradigma verschuiving in de Westerse visie op geneeskunde te realiseren.
“De geneeskunde van de toekomst zal gericht zijn op het reguleren van energiefrequenties in het lichaam”
Professor William Tiller van Stanford University (bekend van o.a. ‘What The Bleeb Do We Know’)
Met de huidige ontwikkelingen in de kwantumfysica wordt er steeds meer bekend en kunnen dingen, tot voor kort onbegrepen en onverklaarbaar, nu wel worden verklaard. Zo ook de werking van de Lecher-antenne.
Unieke trillingsfrequentie
Elke lichaamscel, elke bacterie, elk virus, elke schimmel, elke groep van cellen en elk ‘lichaam’ trilt, en heeft zijn unieke trillingsfrequentie. Of het nou om een menselijk lichaam gaat of om bijvoorbeeld de aarde, het trilt allemaal op een andere frequentie.
De trillingsfrequentie van de aarde bijvoorbeeld is de Schumann frequentie: 7.83 Hz (of iets hoger).
Ieder onderdeel van het lichaam heeft zijn eigen frequentie. Dit gaat vrij ver. Zo is er niet alleen een frequentie van de lever zelf, maar ook voor alle onderdelen van de lever zoals Kupferse cellen, gal capillair, betrokken hormonen, et cetera.
Naast het fysieke lichaam, hebben ook energiestromen, meridianen, emoties, chakra’s et cetera een eigen frequentie.
Met de Lecher-antenne kunnen deze frequenties, in de vorm van elektromagnetische straling, worden gemeten.
In de afgelopen 30 jaar zijn er met behulp van een heel team aan dierenartsen, therapeuten en woonbiologen veel frequenties in kaart gebracht.
Meten van elektromagnetische straling
De meetlat (soort liniaal) van de Lecher-antenne is te vergelijken met de hals van een gitaar. Door een vinger op een bepaalde snaar en op een bepaalde hoogte op deze snaar te leggen wordt de toon bepaald. Dit is vergelijkbaar met instellen van de schuif op de meetlat: door de schuif op een bepaalde hoogte op de meetlat in te stellen, wordt de golflengte – de specifieke frequentie – gemeten moet worden bepaald. Ons lichaam fungeert hierbij als de klankkast of de resonantiekast van de gitaar.
Net zoals er met gitaarspelen de vingers moeten worden bewogen om muziek te maken, zal er bij het alleen vasthouden van de Lecher-antenne nog niets gebeuren. Om de energiewaarde te kunnen meten is een spanningsverschil nodig. Om dit spanningsverschil op te wekken zullen we de Lecher-antenne moeten laten bewegen. Dit is te vergelijken met de werking van een dynamo.
In een van de holle handgrepen van de Lecher-antenne zit een magneetstaaf met een plus (rood, korte zijde) en minpool (blauw, lange zijde).
Bij het opspannen van de Lecher-antenne (de vingers sluiten om de handvaten met een lichte spanning) wordt er met het lichaam een gesloten circuit gecreëerd tussen beide handen. Door met de Lecher-antenne te bewegen in een energieveld wordt een stroompje opgewekt als de Lecher-antenne de golflengte herkent. Hierdoor zullen de onderarmspieren een minuscuul klein stroompje ontvangen en daardoor gaan samentrekken. Door training van het waarnemingsvermogen kan het zenuwstelsel geconditioneerd worden, via onbewuste contracties van de onderarmspieren, als reactie op de zwakke signalen uit de handvaten van de Lecher-antenne.
Het eigen lichaam is hierbij het ijkpunt voor de energie gemeten gaat worden. Het is als het ware ijken en vergelijken. Daarom is het heel belangrijk op te spannen buiten het energieveld van het meetobject en vervolgens door het energieveld heen te bewegen. Door te blijven bewegen zal er een stroompje opgewekt blijven, totdat onze klankkast gevuld is met die betreffende frequentie, waarna de Lecher-antenne omklapt en niet meer rechtop gezet kan worden zonder opnieuw op te spannen. Hoe sterker de energie is, des te eerder is de klankkast gevuld en zal de Lecher-antenne dus omklappen.
Dit is vergelijkbaar met een leeg kopje dat door de straal van een stromende kraan wordt bewogen. Als de kraan ver open staat, is het kopje vol na 1, 2 of 3 keer erdoorheen bewegen. Als de kraan niet ver open staat, moet er veel vaker doorheen bewogen worden om het kopje te vullen. Het aantal keren dat er door het energieveld bewogen moest worden wordt geteld (het aantal ‘slagen’) voordat de Lecher-antenne omvalt. Dit getal vertegenwoordigt de sterkte van die specifieke golflengte.
Ideale balans
Tegengestelde polen trekken elkaar aan. Als we de + (positieve) pool= zuidpool van de magneetstaaf aan de binnenkant van het handvat hebben dan trekken we dus de – (negatieve) energie aan met de meetpegel. Als we de magneetstaaf omdraaien met de – (negatieve) pool aan de binnenkant, dan trekken we de + (positieve) energie aan. Eerst wordt de negatieve energie gemeten met de + pool van de magnetische staaf aan de binnenkant, dan draai wordt de magnetische staaf omgedraaid zodat de – pool aan de binnenkant zit en wordt de positieve energie gemeten.
Er wordt dus twee keer gemeten, terwijl het schuifje op dezelfde frequentie blijft afgesteld. Het aantal slagen wordt geteld en dan vergeleken, oftewel de sterkte van de positieve en negatieve energie. Het aantal slagen + en – moet aan een bepaalde verhouding voldoen om in balans te zijn.
Deze verhouding is gebaseerd op de Phi ratio en het getal van de Gulden Snede: 1.618.
Voor de ideale balans hoort de positief geladen energie ≈ 1.6 keer sterker te zijn dan de negatief geladen energie.
De ideale verhouding voor het meten met de Lecher-antenne is 19 slagen voor de negatieve, linkse energie en 12 slagen voor de positieve, rechtse energie (19:12 ≈ 1.6). Eigenlijk een relatief zwakke energie dus. Een lichaam of energiesysteem streeft altijd naar balans. Wanneer een orgaan uit balans is, versterkt de energie om te proberen de boel weer in balans te krijgen, het orgaan doet extra z’n best. Dan wordt er bijvoorbeeld 1, 2 of 3 slagen gemeten.
Met andere woorden, de Lecher-antenne kan met zijn magnetische polen, wanneer afgestemd op de juiste golflengte van een bepaald orgaan, de energiesterkte van dat orgaan bepalen.
De mate waarin de energiesterkte afwijkt van de standaard, is indicatief voor de disbalans van het orgaan.
Het lichaam als klankkast
Eerst ter illustratie een simpel testje dat u zelf kunt doen met bijvoorbeeld een autosleutel. Test tot welke afstand de sleutel werkt om de auto te ontgrendelen. Als u vervolgens deze test herhaalt met de sleutel tegen het hoofd aan, zult u merken dat u de afstand een stuk groter kunt maken.
Of als u de antenne van een radio of oude televisie vastpakt, dan is er een betere ontvangst.
Mensen, dieren en planten zijn allemaal elektromagnetische wezens, bestaande uit hoofdzakelijk water, bacteriën en kwantuminformatie. Ons lichaamsgewicht bestaat voor ≈ 70% uit water, maar moleculair gezien bestaan we zelfs voor 99% uit water.
Water bepaalt alle biologische processen die in ons lichaam plaatsvinden en water vervult de sleutelrol in het interne communicatienetwerk in ons lichaam. Water is een breedband absorber, de radio-ontvanger en -doorgever van elektromagnetische straling en kwantum informatie.
De dampkring of atmosfeer rond de aarde wordt beschouwd als de grootste drager van elektromagnetische straling. We kunnen op aarde leven, omdat het water in de dampkring 70% van alle kosmische straling absorbeert, waaronder schadelijke ultraviolette straling. Als de waterdamp in de atmosfeer zou worden samengeperst tot vloeibaar water, zou van de dampkring slechts een laagje van 3 cm overblijven! Het grootste gedeelte van het Elektromagnetische spectrum wordt door het water in de dampkring geabsorbeerd (zoals UV licht, Infrarood en microgolven), behalve juist het voor ons zichtbare licht-spectrum. Het voor ons zichtbare licht wordt door de dampkring nauwelijks geabsorbeerd.
afbeeldingen: www.colorgems.nl
Water en licht zijn essentieel voor het leven op aarde. Het elektromagnetische stralingsspectrum (= licht) is de bron van de kwantuminformatie en via het water wordt deze informatie gematerialiseerd en gevormd. Begrip van de wijze waarop water zich kan structuren en hoe informatie hierin gedragen wordt, zou wel eens de belangrijkste schakel kunnen zijn in de moderne geneeskunde. Wij denken dat de communicatie in het lichaam plaatsvindt in het Ultraviolet (yang) en Infrarood (yin) spectrum. Water kan fungeren als een kristal, als een ontvanger en zender van informatie.Het lichaam dat moleculair gezien voor 99% uit water bestaat, is daarmee dus een ideale resonantiekast.
Beknopte uitleg van het Elektromagnetische spectrum
Dit doen we aan de hand van de Full spectrum poster van Unihedron.
Het elektromagnetische spectrum gaat van lange golven naar korte golven in zogenaamde bandbreedtes of octaven; van hele lange golflengtes (duizenden kilometers) naar ultrakorte golflengtes. Dit gaat via verschillende stadia o.a. radiogolven, microgolven, terahertz straling, infrarood, zichtbaar licht, UV, röntgenstraling en gammastraling. Per octaaf is er een halvering van de golflengte en verdubbeling van de frequentie. Interferentie op een bepaalde bandbreedte, heeft effect op de bandbreedtes hierboven. Dit heet het ‘boventoon-effect’.
Boventoon-effect
In de muziek kennen we het boventoon-effect ook. Dezelfde noten van bovengelegen octaven gaan meetrillen met de grondtoon. Het verschil is goed te horen wanneer er 1 toon (1 frequentie, de grondtoon) hoorbaar is, of dat er boventonen bij zitten. In digitale muziek is de grondtoon de enige toon die hoorbaar is. Het is alleen die ene frequentie. Vaak wordt dit ervaren als een doordringend, onnatuurlijk en onaangenaam geluid. Met een stemvork bijvoorbeeld, zijn naast de grondtoon de boventonen ook goed te horen. Het is niet één toon die hoorbaar is, maar dezelfde toon in verschillende octaven. Natuurlijke geluiden hebben altijd één fundamentele toon met acht boventonen. Dit noemen we een harmonische toon (een aangenaam en natuurlijk geluid).
Dit principe van het octaveren en boventonen, werkt precies zo in het Elektromagnetische spectrum. De basistrilling met 8 octaveringen noemen we een Harmonic. Als ergens in het EM-spectrum iets verandert werkt dit direct door naar de rest van het spectrum, voornamelijk naar boven toe (van de lange naar de korte golven). Als er bijvoorbeeld één harmonic verdwijnt, ontstaat er meteen een andere reeks. Elektromagnetische golven bevatten soms wel 50 tot 60 harmonics. Verschillende frequenties kunnen ook met elkaar gaan interfereren en een nieuwe reeks laten ontstaan.
Er is nog onvoldoende kennis van interferenties en de mogelijke effecten hiervan op ons lichaam. Stralingsonderzoeken richten zich voornamelijk op de thermische effecten en laten dit buiten beschouwing. Ons hele systeem is gewend aan een bepaald Elektromagnetisch-spectrum dat honderdduizenden jaren heeft bestaan. In de laatste 10, 20 jaar is hier in razend tempo vreselijk veel aan veranderd, zonder ons te beseffen welke negatieve invloeden dit kan hebben op de waterstructuren in ons lichaam, in onze leefomgeving en wereldwijd op al het water op aarde.
Waarom heb is er lichaam nodig om te meten en dit niet door een computer worden vervangen?
Octaveren is van cruciaal belang om de juiste frequenties te kunnen meten. Een computer is (nog) niet in staat om te octaveren.
Ons lichaam – dat voor 99% procent water is – is een van de weinige media die in staat is om de octaven van de Lecher-antenne (rond de 2 – 16 MHerz, radiogolven) te overbruggen naar de frequenties waarop het lichaam communiceert (teraherz; infrarood en ultraviolet spectrum).
Toelichting met een rekenvoorbeeld:
- De frequenties die we met de Lecher-antenne kunnen meten zitten rond de radiogolven.
- Golflengte = voortplantingssnelheid / frequentie of
- Frequentie = voortplantingssnelheid/golflengte
- Voortplantingssnelheid = snelheid van het licht = 300.000.000 meter per seconde.
- Stel de meetlat van de Lecher-antenne in op 10 = 10 cm – dan staat dit voor een golflengte van 10 cm
- Met het gegeven van golflengte (10 cm) en de voortplantingssnelheid (300.000.000 m/s) kan de frequentie berekend worden: 300.000.000 / 0.10 m = 3.000.000 Hz = 3 MHz.
- 3 MHz zit in het bereik van de radiogolven (2-16 MHz).
De Lecher-antenne is dus in staat om radiogolven te ontvangen.
Zoals gezegd denken wij dat de communicatie in het lichaam zich afspeelt in het infrarood en Ultraviolet spectrum (teraherz gebied). Om deze hogere frequenties te kunnen meten hebben we ons lichaam als intermediair nodig.
Op de EM-poster staat dat 3MHz ongeveer 28 octaven van het zichtbare licht is verwijderd. Net boven het zichtbare licht spectrum vindt de Yang communicatie plaats in het Ultraviolet spectrum. Net onder het zichtbare lichtspectrum vindt de Yin communicatie plaats in het infrarood spectrum. We moeten dus op een of andere manier 26-30 octaven zien te overbruggen. Water is de breedband absorber, de radio-ontvanger en doorgever van elektromagnetische straling en kwantum informatie. Water is hiervoor dus een uitermate geschikt medium. En het feit dat wij voor 99% uit water bestaan, maakt dus hopelijk duidelijk waarom ons lichaam – in tegenstelling tot een computer – zo geschikt is om met behulp van de Lecher-antenne deze kwantum informatie te meten.